Je bekijkt nu 48 uur in Oise, Frankrijk

48 uur in Oise, Frankrijk

48 uur in Oise

Oise, een streek in het noorden van Frankrijk, net boven Parijs en ongeveer een 2,5 – 3uur rijden van Antwerpen. Je kent Oise misschien wel van je doorrit naar Parijs of naar het Zuiden. Of misschien ken je de streek helemaal niet, zoals ik! Laat ik je dan maar meteen vertellen dat een stop in de Oise streek het meer dan waard is. Niet alleen kan je er genieten van cultuur, natuur of een rijke geschiedenis, maar ook culinair zit het wel snor in Oise. Maar nu loop ik wellicht een beetje voorop op de feiten.

Wij spendeerden ongeveer 48 uur in deze mooie regio, wat zeker voldoende was om enkele prachtige hoogtepunten te ontdekken. Benieuwd dus naar wat wij exact deden in Oise? Here you go! 

Dag 1

Wij kwamen rond de middag toe in het pittoreske Gerberoy. Het dorpje behoort tot één van de mooiste dorpjes van Frankrijk, en wij weten waarom. Het dorpje is absoluut niet groot, en eigenlijk is er ook niet heel veel te doen, maar doordat het is alsof de tijd hier is blijven stilstaan, waan je je even samen met alle inwoners van Gerberoy in een sprookjesverhaal. Kleine, schattige steegjes omringd door kleurrijke huizen waar de bloemen net pérfect in bloei staan. 

Wij aten ’s middags bij Jardin des Ifs. Een gezellig restaurant dat werd ondergebracht in een oude woning uit de 18e eeuw, gelegen naast een prachtige tuin die al meerdere prijzen zou hebben gewonnen. Het restaurant is zelfs al gebruikt geweest als filmset (of zo werd mij toch verteld 😉).

Zoals al eerder gezegd, is het dorp alles behalve groot. We brachten vervolgens dan ook een bezoekje aan de tuinen van Henri Le Sidaner, iets verderop in het dorp. Deze tuinen boden inspiratie  voor heel wat werken van de Franse kunstschilder, je kan het wel raden, Henri Le Sidaner.

Na ons bezoek aan Gerberoy trokken we naar Beauvais, een 30-tal minuten verderop, waar we heerlijk dineerden bij Le Senso en ’s avonds tot rust konden komen bij Chez Hortense, een stijlvolle B&B in het centrum van Beauvais uitgebaat door Jean-Charles en Olivia (en uiteraard hun schattige Beagle). 

Dag 2

Dag twee bracht ons naar het hoogtepunt van onze trip, namelijk Château de Chantilly, gelegen in – je kan het wel raden – Chantilly. Als foodie kende ik dit stadje voornamelijk van de slagroom, ook wel gekend als crème Chantilly, maar voor de paardenliefhebbers is dit blijkbaar the place to be

Het kasteel van Chantilly bestaat uit twee delen, één uit de 16e eeuw en een nieuwer gedeelte uit de 19e eeuw. Niet alleen is het kasteel zelf al architecturaal een pronkstuk, ook de tuinen zijn zeker een bezoek waard. Ze lijken namelijk op een kleinere versie van de tuinen in Versaille. 

Opgelet, kleinere versie is misschien niet de meest correcte verwoording, want je kan letterlijk uren verdwalen in deze tuinen. 

Zoals gezegd, staat Chantilly bekend om zijn paardensport. Bij het kasteel vind je dan ook enorme paardenstallen met daarin een museum en op sommige momenten kan je hier een grote paardenshow meepikken. 

Laat je voeten vervolgens even rusten tijdens een lunch bij Le Vertugadin, op een vijftal minuten wandelen van het kasteel, en meer in het stadscentrum. De gekke uitbater die de meest geweldige verhalen heeft over Chantilly krijg je er voor niets bij. Hij laat je ook steevast proeven van een lepetje Chantilly slagroom, dus hou hiervoor zeker een plekje vrij. 

In de namiddag kregen we de kans om Chantilly op een andere manier te ontdekken. We sprongen namelijk op een elektrische fiets van Bobebike en fietsten met de sympathieke Antoine door en rond de bossen van Chantilly. Sommige stukken van het pad liggen er iets minder aangelegd bij, dus hou hier wel rekening mee. 

Overnachten deden we deze keer iets verderop in het dorpje Chamant in het gezellige L’Aunette Cottage, waar we ’s avonds ook genoten van de culinaire talenten van onze gastheer. De avond kan je afsluiten met een nachtelijke duik in het verwarmd zwembad.

Tip: tussen Chantilly en Chamant passeer je het kleine, historische dorpje Senlis. Leuk als kleine tussenstop om even de benen in te strekken. 

Dag 3

We eindigden onze trip in het gezellige Compiègne waar we een bezoek brachten aan het Château de Compiègne. Het paleis werd in 1751 gebouwd door Lodewijk XVI en is later zelfs bewoond door Napoleon en zijn familieleden. Ook dit paleis beschikt uiteraard over prachtige tuinen die grenzen aan de bossen van Compiègne. 

Neem dus een kleine picknick mee (ik denk maar aan een heerlijke baguette met verse kaas en salami), en flaneer even door deze mooie (en ook weer zeer grote) tuinen. 

Voor we in de auto sprongen en huiswaarts keerden, genoten we nog één keer van de lekkere Franse keuken in Les Accordailles

***

Onze conclusie, Oise is een zeer fijne en vooral prachtige streek die zeker wat vaker op het lijstje mag worden geplaatst naast Champagne of Parijs. Het is een kleinere regio en de nadruk ligt eerder op natuur en geschiedenis, maar ook dit stelt zeker niet teleur. Wij komen dan ook nog eens graag terug! 

Oise, à la prochaine! 

Geef een reactie