Je bekijkt nu Menu 2 – “HKED” editie

Menu 2 – “HKED” editie

Het tweede menu is er eentje dat mij heel dicht aan het hart ligt. Het afgelopen jaar bracht ik namelijk mijn eerste kookboek uit: “Helen kookt elke dag” (HKED). Niet alleen kan je heel wat zomerse gerechten terugvinden in het boek, ook de lente, herfst en zelfs de winter komen aan bod. De gerechten zijn immers vaak zo gemaakt dat je de ingrediënten het hele jaar door in ons Belgenlandje kan vinden of dat je er een twist aan kan geven naargelang het seizoen.

Dit leek mij dan ook een leuke uitdaging voor de feestdagen. De gerechten die je in deze menu zal terugvinden zijn dan ook allemaal gerechten uit het boek met een “feestelijke twist”. Benieuwd of de kenners van het boek het originele receptje kunnen terugvinden! 

Opmerking: Aangezien deze recepten normaal gezien enkel in het boek terug te vinden zijn, zal telkens verwezen worden naar de juiste pagina in het boek, maar zal het volledige recept ook onder de foto te zien zijn. 

Opmerking: De recepten zijn telkens voor vier personen. 

Tip: Lees alle recepten eerst rustig door vooraleer je aan de slag gaat. Op die manier weet je een beetje de structuur die zal worden gevolgd en kan je (hopelijk) geen stappen vergeten.  

Hapje 1: Crackers met geitenkaas en zoete worteltjes (Boek p. 48)

Je kan alles op voorhand klaarmaken en last minute dresseren. 

Ingredienten

  • 100 g tarwebloem
  • 1 tl gedroogde kruiden naar keuze (vb. rozemarijn, tijm, etc.) 
  • 1/2 tl suiker
  • 1/2 tl zout
  • Peper
  • 1 el olijfolie 
  • 60 ml water
  • 2 gekleurde wortels 
  • 1 tl honing (+ beetje extra om te dresseren)
  • 1 el olijfolie
  • ½ tl currypoeder
  • ½ tl lookpoeder
  • 150 g zachte geitenkaas
  • 1 eetlepel Griekse yoghurt

Bereiding

Voor de crackers 

  1. Verwarm de oven voor op 200°C. 
  2. Meng de bloem, gedroogde kruiden, suiker, zout, peper en 1 el olijfolie tot een stevig deeg. Je kan dit met een handmixer of met een garde doen. 
  3. Voeg het water toe en mix net totdat het deeg aan elkaar begint te plakken. Is het deeg te nat, voeg dan een beetje bloem toe. Haal het deeg eruit, druk het met je handen samen tot één bal en snijd het in twee stukken. Laat het deeg ongeveer tien minuten rusten en maak ondertussen de worteltjes klaar
  4. Rol elk stuk deeg zo dun mogelijk uit met een deegrol. Je wilt dat het deeg heel, heel dun wordt. Als het eenmaal is uitgerold, leg het dan op een met bakpapier beklede bakplaat.
  5. Bak gedurende 5-7 minuten per zijde, maar controleer regelmatig of het niet te bruin wordt. 
  6. Je kan ook crackers uit de winkel gebruiken 😉

Voor de worteltjes

  1. Was de wortels grondig en verwijder eventueel oneffenheden. Snij in schijfjes.
  2. Meng de wortels met 1 el olijfolie, honing, currypoeder, lookpoeder en kruid met versgemalen zwarte peper en zout naar smaak.
  3. Leg naast elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat. Plaats in de oven gedurende 20 minuten. Zet opzij. 
  4. Zet de oven uit en laat de crackers uit de eerste stap nog een uurtje in een gesloten oven zitten om echt uit te drogen en knapperig te worden.

Voor de geitenkaas

  1. Maak de whipped geitenkaas door de zachte geitenkaas, 1 el olijfolie en de Griekse yoghurt even los te kloppen met een vork of in een keukenmachine.
  2. Kruid eveneens met versgemalen zwarte peper en zout.
  3. Zet nog even opzij in de koelkast tot je gaat dresseren. 

Afwerking

  1. Dresseer je hapje door een toefje geitenkaas op een cracker te doen. Tip: indien je geen spuitzak hebt, kan je steeds een klein diepvrieszakje gebruiken en hiervan een hoekje afsnijden. 
  2. Werk af met de worteltjes, verse kruiden zoals bv. koriander of peterselie en een beetje honing. 

Hapje 2: Coquilles met kruidenboter (Boek p. 92)

Ingredienten

  • 1 teentje knoflook
  • 1 kleine rode chilipeper
  • handvol koriander (of platte peterselie voor wie wil) 
  • 50 g kruidenboter
  • 1/2 limoen
  • 8 sint-jakobsvruchten
  • 1 klontje gewone boter
  • versgemalen zwarte peper en grof zeezout

Bereiding

  1. Pel en snipper de knoflook fijn. Snijd de rode chilipeper fijn. Heb je het liever minder pikant, verwijder dan de zaadjes van de chilipeper. Hak tot slot de koriander fijn.
  2. Smelt het klontje kruidenboter in een kleine pan op een middelhoog vuur. Bak de chilipeper en knoflook gedurende 2 minuten aan. Voeg de koriander toe en laat kort even meebakken. Blus met het sap van een halve limoen. Zet opzij.
  3. Dep de sint-jakobsvruchten droog met een stukje keukenpapier. Verhit een klontje boter in een zeer hete pan. Bak de sint-jakobsvruchten gedurende 3 minuten in de gesmolten boter, draai halverwege om. Kruid met versgemalen peper en grof zeezout.
  4. Dresseer de sint-jakobsvruchten in een mooie dresseerschelp of een schaaltje. Werk af met de kruidige botersaus.

Voorgerecht: Bloemkoolsoep met krokante chorizo (Boek p. 42)

De afmetingen in dit recept zijn voorzien als voorgerechtje. Je kan hier dus geen vier grote soepborden mee vullen, maar wel vier kleinere. 

Je kan de soep al gerust op voorhand klaarmaken. Enkel de chorizo bak je best à la minute krokant. 

Ingredienten

  • 1 kleine bloemkool
  • versgemalen zwarte peper en zout
  • Scheutje olijfolie
  • 50 g chorizo
  • 1 teentje knoflook
  • 1 witte ui
  • 1 blokje groentebouillon
  • 125 ml room

Bereiding 

  1. Verwarm de oven voor op 200 °C.
  2. Hak de bloemkool in kleine roosjes. Verdeel de bloemkool over een met bakpapier beklede bakplaat en besprenkel met een scheutje olijfolie en een snufje zwarte peper en zout. Bak gedurende 25 minuten in de voorverwarmde oven.
  3. Snijd ondertussen de chorizo in kleine blokjes. Pel en snipper de knoflook en de ui fijn.
  4. Verhit een scheutje olijfolie in een grote kookpot. Bak de chorizo gedurende 2 à 3 minuten krokant en zet samen met de losgekomen olie even opzij.
  5. Voeg een nieuw scheutje olijfolie toe in de kookpot en bak de gesneden knoflook en ui even kort aan. Voeg de helft van de geroosterde bloemkool toe en zet het geheel net onder water. De andere helft gebruik je straks om te dresseren. Voeg het blokje groentebouillon toe en laat het geheel gedurende 10 minuten afgedekt sudderen op een middelmatig vuur.
  6. Pureer de soep met een staafmixer glad. Is de soep te dik, voeg dan nog een beetje water toe. Voeg de room toe. Breng de soep op smaak met nog wat versgemalen zwarte peper en zout.
  7. Garneer met de geroosterde bloemkool, de krokant gebakken chorizo en de chorizo-olie.

Hoofdgerecht: Zalm met gebrande lente-ui, pastinaakpuree en witte wijnsaus

Je kan de crumble, de saus en de puree al gerust op voorhand klaarmaken. Wil je de saus opwarmen, doe dit dan in een kookpot op een zacht vuurtje. Is de saus ondertussen te dik, voeg dan een beetje water of room toe. De puree kan je in de microgolfoven opwarmen. 

De zalm en de lente-ui bereid je wel best à la minute. 

Ingredienten

Voor de crumble

  • 20 g oud brood of panko 
  • 2 el parmezaanse kaas

Voor de puree

  • 600 g pastinaak
  • 125 ml melk
  • 125 ml room
  • Peper en zout 

Voor de saus

  • 2 sjalot
  • Enkele takjes tijm
  • 250 ml witte wijn 
  • 200 ml groentebouillon (water + 1 bouillonblokje)
  • 200 ml volle room
  • 100 ml water 
  • 2 el maizena (bindmiddel)

Voor de lente-ui

  • 2 bundels lente-ui 
  • 50 ml plantaardige olie
  • 50 ml balsamicoazijn 
  • Grof zeezout 
Afwerking 
  • 4 zalmfilets met vel 
  • Klontje boter 
  • Peper en zout 
  • Takjes dille
 

Bereiding 

  1. Maak als eerste de crumble voor bij de zalm en de groenten. Doe een sneetje (oud) brood in een hakmolentje en hak fijn. Geen brood? Gebruik dan panko. Meng dit met de Parmezaanse kaas en plaats gedurende 5-7 minuten op een met bakpapier beklede baklplaat in een voorverwarmde oven van 200°C. Zet opzij. 
       
  2. Schil de pastinaken en snijd in kleine blokjes. Plaats de pastinaak samen de melk en de room in een grote pot en breng zachtjes aan de kook met deksel gedurende 15 minuten. Schep de blokjes pastinaak in een keukenmachine/blender en pureer zacht. Voeg stelselmatig de overgebleven melk/room toe tot je een smeuïge en mooie gladde puree hebt. Breng op smaak met peper en zout. Zet opzij. 
        
  3. Snij de sjalot fijn. Smelt een klein klontje boter in een pot en voeg de sjalot toe. Stoof samen met de takjes tijm gedurende 5 minuten aan. Blus met de witte wijn en groentebouillon en laat 7-10 minuten inkoken. Voeg de room toe en laat verder even inkoken. Zeef de saus boven een kom zodat de tijm en sjalot worden verwijderd. Los de maizena op in 100 ml water. Plaats de gezeefde saus terug op een middelhoog vuur en voeg de opgeloste maizena toe. Laat verder inkoken tot je saus is ingedikt. Breng op smaak met een beetje peper en zout. 
        
  4. Voor de gebrande lente-ui verwarm je ondertussen een grote grillpan op een hoog vuur. Deze mag heet worden. Verwijder de onderste “haartjes” van de lente-ui. Meng de plantaardige olie met de balsamicoazijn en smeer de lente-ui hiermee in. Grill op een hoog vuur gedurende 5 minuten. Kruid met grof zeezout. 
       
  5. Werk ten slotte het gerechtje af door de zalm te bakken. Verwarm een klein klontje boter in een pan op middelhoog vuur. Kruid de zalm langs beide kanten met peper en zout. Leg de zalm op de velkant in de pan en schroei kort even aan. Zet het vuur na een paar minuten zachter en laat de zalm rustig verder garen. Keer om en laat nog even verder bakken (+/- 10 minuten). 
      
  6. Dresseer het bordje. Begin met de pastinaakpuree, plaats de zalm op de puree en werk af met de crumble en verse dille. De lente-ui dresseer je op een grote schaal, en werk ook weer af met de crumble. Serveer met de witte wijnsaus. 
      
 

Dessert: Mascarpone met geroosterde pruim, sumac en speculaas (Boek p. 138)

Ook dit gerecht kan je al perfect op voorhand voorbereiden. Maak alle elementen reeds op voorhand klaar en dresseer à la minute. Je kan de pruimen perfect warm of koud opeten (trust me, het is even lekker). 

Ingredienten

  • 6 pruimen
  • 3 eetlepels vloeibare honing
  • 2 theelepels sumac
  • 2 eieren
  • 70 g kristalsuiker
  • 250 g mascarpone
  • 4 druppels vanille-extract
  • 2 speculaaskoekjes
  • Handvol verse frambozen, afwerking

Bereiding

  1. Verwarm de oven voor op 200 °C.
  2. Halveer de pruimen en haal de pit er uit. Meng de pruimen met de honing en sumac. Plaats in een ovenschaal en zet gedurende 20 minuten in de oven. Rooster de pruimen tot ze zacht zijn.
  3. Maak ondertussen het mascarponemengsel. Splits hiervoor de eieren. Klop de eidooiers gedurende 1 minuut op met de suiker tot je een egaal mengsel krijgt. Meng de mascarpone en het vanille-extract onder het eimengsel. Klop vervolgens het eiwit op tot het schuimig is. Lepel het opgeklopte eiwit voorzichtig onder het mascarponemengsel. Zet nog even opzij in de koelkast.
  4. Verkruimel de speculooskoekjes met een keukenmachine of met de hand.
  5. Serveer de mascarpone met een grote lepel gebakken pruimen. Werk af met enkele verse frambozen en de verkruimelde speculoos.

 

Ziezo, dat was deel 2! 

Laat gerust weten of deze menu tijdens de feestdagen op jouw tafel verschijnt. En heb je in de tussentijd een vraagje of opmerking? Laat het mij weten via de comments of stuur een mailtje naar info@helenkookt.be! 

Veel liefs,

Helen 

Geef een reactie